De freethinker kat-en-christus
Zondag 6
Gods straffen zijn onredelijk
Als God liefde is, waarom is er dan een hel?
Het antwoord van Strengholt op deze vraag is verbluffend eenvoudig. Hel is de afwezigheid van liefde. Wanneer iemand daar voor kiest kan van liefde niet verwacht worden dat zij dwingt tot het omgekeerde, aangezien dat beschouwd wordt als iets wat als weerzinwekkend wordt ervaren. Mensen die dus naar de hel gaan genieten van de hel zoals een christen geniet van de hemel. Er is dus geenszins sprake van een dilemma, maar juist van het omgekeerde! God heeft in zijn volmaakte goedheid ook een hel klaarstaan om aan ieders wensen te voldoen!
Wat gebeurt er met mensen die nooit over het evangelie hebben gehoord?
Hier laat Strengholt de christen een zo verrassend antwoord op geven, dat zelfs Paulus in zijn gehele carrière nog nooit op het idee was gekomen dit als argument te gebruiken: ”Geen idee!”
Hij voegt er wel aan toe dat het er voor de christen sowieso in het geheel niet toe doet, aangezien een christen enkel bezeten is van de passie van het verkondigen van het evangelie.
God straft mensen omdat ze niet in hem geloven. Is dat wel eerlijk?
You silly you!, antwoordt iedere apologeet met een kwinkslag, God straft enkel mensen die opstandig tegen God zijn, en die straf is enkel het eerbiedigen van wat die mensen graag willen.
Op dit punt gekomen gaat men zich werkelijk afvragen hoe dom de atheïsten wel niet kunnen zijn! Dat we het allemaal zó slecht begrepen hebben!, zullen ze nu uitroepen.
Strengholt stelt ook nog dat God gelukkig niets anders vereist dan geloven. Anders zou hij en alle andere christenen zakken voor het examen. Enkel de domste atheïst zal het ontgaan dat hier sprake is van indrukwekkende nederigheid.
Sommige christenen geloven dat de hel slechts tijdelijk is. Is deze leer niet te preferen?
Zeker niet, is Strengholts strenge antwoord. Het was juist Jezus die een fan was van de term ’eeuwige straf’, en er is deze keer geen reden om vuistregel 2 erbij te halen en uit te leggen dat eeuwig eigenlijk tijdelijk betekent. Wel is het belangrijk om te begrijpen dat Jezus nooit dreigt met de hel; hij waarschuwt er enkel voor. Waarom hij waarschuwt voor iets waar sommige mensen graag juist naartoe willen blijft raadselachtig.
Het leven is vol valkuilen. Je kunt zomaar je geloof kwijtraken. Is eeuwige straf dan niet erg hardvochtig van God?
Als je christen bent is er juist nooit een vuiltje aan de lucht, antwoordt Strengholt. Zijn boekje is er het bewijs van dat er helemaal geen valkuilen zijn, zoals het er ook blijk van geeft hoe uitbundig de christen zijn grijze hersencellen gebruikt!
Eeuwige straf is net zo min overdreven als dat eeuwig geluk dat zou zijn.
Hij geeft toe dat eeuwig inderdaad wel aan de lange kant is. Vooral in vergelijking met dit korte leven. Zorg dus dat je in het volgende leven aan de goede kant staat, is zijn boodschap. Een goede verstaander begrijpt dat hij hier niet dreigt, maar enkel waarschuwt uit liefde voor vrijdenkers.
Ik denk dat er nu heel wat vrijdenkers zijn die ooit een grote mond hadden maar nu wel zullen afdruipen. We zijn nog niet tot de helft van het boek gekomen, maar het is duidelijk dat er spoedig niet veel animo meer is voor het freethinkers-forum. Ze hebben nu hun David als tegenstander gekregen! Tegen deze christelijke argumentatie is niets meer in te brengen.
Oh wacht, Strengholt moet nog één vrijdenkersvuiltje van zijn christenpak wegvegen:
Hoe kun je gelukkig zijn als je vrienden eeuwig kermen in de hel?
Strengholt laat weten dat hij zich niet zo interesseert voor speculatie. We weten maar weinig van het onderwerp ’hemels leven’ en nog minder van ’eeuwig’. Indien nodig kan een christen zich de fantasie scheppen dat hij zich, eenmaal aangekomen in de hemel, zijn vrienden die dan eeuwig kermen in de hel niet herinnert!
Subliem! Subliem!
Indien er ooit nog een tweede druk van zijn boekje verschijnt geef ik Strengholt de tip dat hij het nog wat kan aanvullen: indien eeuwigheid (=ultieme saaiheid) de christen beangstigt kan hij daar gemakkelijk van verlost worden via het scheppen van de fantasie dat God met een knip van zijn metaforische vingers de denkbeeldige schakelaar die tijd opriep weer op ’tijd houdt op te bestaan’ zet.

