Zondag 40


De freethinker kat-en-christus

Luther en Calvijn zijn niet om na te volgen

Waarom toch zoveel adoratie voor een antisemiet als Luther of voor een moordenaar als Calvijn?

 Strengholt laat weten dat er geen sprake van adoratie is. Die is enkel weggelegd voor God.

Het is tenenkrommend om hem de strekking van de vraag weer zien te negeren via zo’n scholastisch spelletje spelen aangaande de fijnere theologische betekenis van het woordje ‘adoratie’. Begrijpt hij dan niet dat een vrijdenker daar geen boodschap aan heeft, maar het woord adoratie eenvoudig gebruikt in de wijdere woordenboekbetekenis van verering, bewondering? Indien er 75 miljoen mensen bij een kerk zijn aangesloten die de naam Lutherse Kerk heeft en zijn leringen bij hen al 500 jaar centraal staan, kan men het heel goed over adoratie hebben hier, hoewel ik zal toegeven dat het tegenwoordig voor vele lutheranen meer hersenloze voortzetting is van een traditie waarin ze nu eenmaal geboren zijn. Wat Calvijn betreft, wanneer Strengholt in een antiquariaat ooit eens nederlands boekje van pakwek 100 jaar geleden vindt over Calvijn zal hij opmerken dat de adoratie er rijkelijk vanaf druipt.

“In hun eigen tijd werden Luther en Calvijn niet als bijzonder slechte mensen gezien omdat ze antisemiet waren, of omdat ze een religieuze tegenstander ter dood lieten brengen door de staat. Dat was toen blijkbaar geen probleem.”


Begrijpt hij dan niet dat de vrijdenker met Luther en Calvijn niet meer problemen heeft dan met Atilla de Hun of Dzjengis Khan, representanten van hun primitieve tijd als ze allemaal waren, maar dat het hem te doen is om het feit dat beide heren de geschiedenis zijn ingegaan als behorend tot de grootste en begaafdste bijbeluitleggers aller tijden, en hun opinies, die we nu dus algemeen afkeuren, baseerden op de bijbel? Strengholt heeft net nog zelf opgemerkt dat christenen van mening zijn dat de overheid het zwaard niet tevergeefs draagt en Jezus geen pacifist is. Op welke manier kán hij dan afstand nemen van deze Calvijn?

 
De implicatie is uiteraard dat de geschiedenis bewijst dat je met de bijbel alle kanten op kan, zelfs in verschillende hoofdstukken van een boekje dat door dezelfde persoon geschreven is. Er valt dus bijgevolg geen redelijk touw aan vast te knopen wat nu de werkelijke goddelijke boodschap is.

“Dat Luther onfrisse dingen zei over Joden is sterk te betreuren en verdient afkeuring. Maar in zijn tijd waren alle christenen het van harte eens met zijn standpunt. Dat is tragisch, maar het is anachronistisch om speciaal Luther aan te klagen als zondebok op dit gebied”.


Strengholt laat hier weer eens opnieuw zien dat hij als historicus niet erg serieus te nemen is. Ook in zijn eigen tijd vonden veel mensen de tirades van Luther weerzinwekkend.
Christenen mochten er dan met elkaar over eens zijn dat joden een valse religie aanhingen, maar dat hield helemaal niet automatisch antisemitisme in. Luthers eigen leven is er een goede illustratie van. Hij was het grootste deel van zijn leven helemaal geen antisemiet. Hij was ervan overtuigd dat de joden vals waren voorgelicht en een fout idee hadden van het christelijk geloof. Hij wilde de dialoog ermee aan, erop vertrouwend dat hij ze kon overreden. Pas toen hij opmerkte dat ze altijd een weerwoord hadden en niet te overtuigen waren werd hij verbitterd en uiteindelijk zo woest dat hij op het eind van zijn leven (1542) dat infame geschrift Von den Juden und ihren Lügen schreef, waarin we oa dit lezen:

‘Wat moeten wij doen met dit verworpen, verdoemde volk der joden?…’
1.’Ten eerste moet men hun synagogen of scholen in brand steken en wat niet wil branden moet men met aarde overdekken, zodat geen mens er een steen of sintel meer van ziet, voor eeuwig niet. Dit moet men doen ter ere van onze Heer en de christenheid, opdat God ziet dat wij christenen zijn en zulke publiekelijk gelieg, gevloek en gelaster over zijn zoon en zijn christenen niet hebben geduld en hebben ingewilligd…..’
2.‘Ten tweede ook hun huizen afbreken en verwoesten. Want daar binnen doen ze hetzelfde als in hun scholen. In plaats daarvan brenge men hen onder een (simpel) dak of wijze hun een stal toe, zoals in het geval van de zigeuners….’
3.‘Ten derde moet men hun al hun gebedenboeken en Talmoedleerboeken afnemen, waarin de genoemde afgoderij, leugens, vervloekingen en laster geleerd worden….’
4.‘Ten vierde moet men hun rabbijnen op straffe van de dood verbieden voortaan nog te onderwijzen…..’
5.‘Ten vijfde moet men de joden het vrijgeleide geheel ontzeggen en hun een straatverbod geven….’

6.‘Ten zesde moet men hun het woekeren verbieden, dat hun ook door Mozes verboden is, aangezien ze niet in hun land zijn en geen heersers zijn over vreemde landen. Men moet hun alle contanten afnemen. Sieraden van zilver en goud neme men in bewaring…..’
7.‘Ten zevende moet men de jonge, sterke Joden en Jodinnen dorsvlegels, bijlen, houwelen, schoppen, spinrokkens en spinnewielen ter hand stellen en hen hun brood laten verdienen in het zweet huns aanschijns, zoals het de kinderen van Adam opgelegd is (Gen. 3:19). Want het gaat niet aan dat ze ons, die vervloekte gojim, in het zweet ons aanschijns laten werken en dat zij, die heilige lieden, achter de kachel liggen te luilakken en hun dagen genieten in vetzucht en pracht, er lasterlijk op pochen dat zij de heren zouden zijn ten koste van ons zwoegen. Men moet hun het luie zweet uit hun lichaam drijven.’
‘We moeten er echter op bedacht zijn dat zij ons mogelijk schade berokkenen, met betrekking tot onze lichamen, vrouwen, kinderen bedienden etc, als zij ons dienstbaar zijn en voor ons zouden werken…….’

‘Daarom nu en voor altijd: Weg met hen!’

(Zie http://www.freethinker.nl/index.php?opt … &Itemid=38 )

„Wo du einen Juden siehst …, da geht ein leibhaftiger Teufel.“

 „Juden sind giftige, bittere, rachgierige, hämische Schlangen, Meuchelmörder und Teufelskinder.”


Enzovoort enzovoort. Kan een zichzelf serieus nemend historicus deze uitspraken nonchalant omschrijven als ’onfrisse dingen’ zonder dan sterk de indruk te wekken dat hij het geschrift blijkbaar nooit gelezen heeft? Het is, beste apologeet, jodenhaat die geen nazi ooit overtroffen heeft. Geen wonder dat Adolf Hitler dan ook dit zei over Luther: „Luther war ein großer Mann, ein Riese. Mit einem Ruck durchbrach er die Dämmerung, sah den Juden, wie wir ihn erst heute zu sehen beginnen.“ ( ”Luther was een groot man, een reus. Met een ruk doorbrak hij de schemering; hij zag de joden, zoals wij het vandaag de dag pas zien.”)

(Zie: http://www.neo-lutheraner.de/juden.html )
In Hitlers tijd werd het boekje dat allang in de vergetelheid was geraakt dan ook weer overal herdrukt in de Lutherse landen (zelfs in Finland dat minder dan 1500 joden in het land telde!).

Strengholt besluit met:

“Hadden die kerkleiders maar meer oog gehad voor de rechten van alle mensen op vrijheid en vrije meningsuiting.”

Indien de lezer nu verbaasd opkijkt en denkt dat Strengholt de Verlichting, Thomas Paine en zijn Rechten van Mens, of Voltaire, de grote voorvechter voor de vrije meningsuiting, eindelijk in het vizier heeft, komt hij heel bedrogen uit. Strengholt schrijft er als een cabaretier die zijn zaal doet schaterlachen in de volgende zin achteraan:

“Gelukkig duurde het niet lang voordat christenen verstandiger werden in dit opzicht.”

Zelfs in de Duitse cultuur van de 19e eeuw was er maar één die tegen het antisemitisme ageerde, en dat was Nietzsche.

Blijkbaar is Strengholt ook nog niet goed op de hoogte van hoe ”verstandige christenen” zelfs nog in de tweede helft van de 18e eeuw optraden:

PETER ANNET

Convicted and pilloried for Blaspheming, in Michaelmas Term, 1762

PETER ANNET, a deist, upwards of seventy years of age, was indicted in the Court of King’s Bench, at Westminster, in 1762, for being the author of divers blasphemous remarks on the five books of Moses.
The charge being fully proved, he was sentenced to be imprisoned one month in Newgate, and within that time to stand twice in and upon the pillory, once at Charing Cross and once at the Royal Exchange; to pay a fine to the King of six shillings and eightpence; then to be sent to Bridewell and kept to hard labour one year, and at the expiration thereof to find securities for his good behaviour during the remainder of his life, himself in one hundred pounds, and the sureties in fifty pounds each.

 Newgate calender