Jezusmythicisme 9


April 2015

Jona Lendering heeft de serie artikelen waar ik een commentaar op schreef ook op zijn eigen blog gepubliceerd. Daar heeft hij echter de reakties die erop kwamen weggehaald en de mogelijkheid om erop te reageren op slot gezet.
Ik gaf daarom eerder een link naar de site Historiek waar dezelfde tekst geplaatst werd en reakties wel gepubliceerd werden. Ik merk echter vandaag op dat ook deze reakties weggehaald zijn. 😥

Aangezien ik Lendering beschuldig van optreden als voorlichter van het publiek terwijl hij het jezusmythicisme niet op een wijze die een wetenschapper betaamt bestudeerd heeft, en aangezien het mogelijk is dat mijn analyse de stand van zaken niet altijd juist weergeeft, heeft hij recht op een zelfverdediging en het één of ander recht te zetten. Mocht hij hierop in willen gaan dan zie ik daar naar uit op het freethinkerforum.

Ik heb gisteren een link naar mijn schrijven achtergelaten op het blog van Jona Lendering. Aangezien de mogelijkheid om te reageren in het desbetreffende topic gesloten is deed ik dat elders.
Het leek me toch wel correct om hem er zelf op te attenderen dat er een uitvoerig commentaar op geschreven is.

De uitnodiging om op het freethinkerforum te komen om een en ander uit te praten sloeg Lendering af:

Jona Lendering schreef:

Nee, sinds ik aangifte tegen mythicisten heb moeten doen is de discussie wat mij betreft afgerond. Verder zou ik iedereen adviseren vragen over de methode – want daar gaat het over – niet neer te leggen bij mij, want ik toon slechts hoe de wetenschappelijke methode werkt. Voor een discussie over de historisch-kritische methode mag je je wenden tot onderzoeksschool Oikos, die de kwaliteit van de methode hoort te bewaken. Ik ga daar niet over.

Lenderings reaktie is bijzonder teleurstellend, maar begrijpelijk, aangezien hij niet op de hoogte is van de mythicistische literatuur die ik hem aanbeval te gaan lezen, en dit publiekelijk te moeten toegeven zijn blamage enkel nog groter maakt.
Aantonen hoe de wetenschappelijke methode werkt in de geschiedkunde (toegespitst op het Jezus-onderzoek) heeft bovendien niet Lendering, maar oudheidkundige Richard Carrier uitputtend gedaan door zijn Proving History te publiceren. Maar met dat peer reviewed dus wetenschappelijke boek is Lendering niet eens bekend.
Voorts zijn door mij genoemde mythicisten zoals opgemerkt geen tegenstanders van de historisch-kritische methode, maar wijzen ze op de zwakte van vele criteria en pleiten ze bijgevolg voor een herziening daarvan. Ook dat zou Lendering duidelijk zijn geworden indien hij Proving History had gelezen.
Jammergenoeg laat hij ook geen interesse zien om zich alsnog op de hoogte te stellen van het literatuurlijstje dat ik hem voorlegde waarna hij zich nog eens opnieuw zou kunnen bezinnen hierop. Lendering is duidelijk op dit moment niet voor verbetering vatbaar.

Lenderings antwoord aan mij bevat een vreemde verwijzing naar ’aangifte tegen mythicisten’. Met dank aan forumgebruiker Writer: dit schijnt te slaan op waar Lendering op deze link iets over schrijft:
http://mainzerbeobachter.com/2015/02/03 … che-jezus/” onclick=”window.open(this.href);return false;
Daarin staat oa. het volgende te lezen:

Jona Lendering schreef:

Voor klachten over die methode kunt u terecht bij de universiteiten waaraan de betrokken onderzoekers verbonden zijn (geweest). U hoeft mijn opdrachtgevers dus niet aan te schrijven, u hoeft mijn subsidiënten niet te benaderen en u hoeft ook mijn vrienden niet lastig te vallen. Dat begint namelijk te lijken op stalking en ik heb inmiddels dossiers over vier personen klaarliggen, klaar om, als het me echt te gortig wordt, over te dragen aan de politie.
Ik sta niet boven kritiek. Als ik mijn taken niet goed uitvoer, kom dan maar op. Begin alleen niet over “mijn” methode.

Hopelijk gaat men mij niet verdenken één van die vier te zijn, die door Lendering nu opeens ’mythicisten’ worden genoemd. Deze reaktie van Lendering dateert van begin februari. Ik schreef mijn commentaar op hem pas in maart.
Voor de duidelijkheid: ik ben niet geïnteresseerd in Lenderings opdrachtgevers, noch in universiteiten noch in ’de onderzoekschool Oikos’, noch heb ik zijn boek Israel verdeeld gelezen, noch heb ik daarover ook maar iets te zeggen, noch heb ik ’vragen over de methode’, noch heb ik me als mythicist uitgesproken. Het kan mij ook niets schelen dat hij niet gepromoveerd is, niet werkt aan een universiteit, geen geassocieerd lid van een onderzoeksschool is, en niet één wetenschappelijke publicatie op zijn naam heeft staan, oftewel dat hij geen wetenschapper is. Dat ben ik ook niet.
Ik heb hem aangeklaagd zijn rol als ’wetenschapsvoorlichter’ in deze zaak van het jezusmythicisme ondeugdelijk uit te voeren, en wel om twee redenen: de enorme minachting die hij aan de dag legt voor mythicisten heeft geen pas en niet op de hoogte te zijn van de boeken van gekwalificeerde mythicisten maar er wel als een kenner over te schrijven is een schande.

Ik begin Lenderings reaktie op mij nu een beetje te begrijpen, hoewel het als antwoord op mijn commentaar nergens op slaat.