Evaluatie
Het valt me moeilijk een evaluatie uit te spreken betreffende het boek van Van den Brink. De reden is dat het een dramatisch slechte verdediging is van het christelijk geloof, terwijl ik het boek kocht vanwege dat ik het zo bijzonder positief en überhaupt bijzonder vond een orthodox christen tegen te komen die bereid is de wetenschap serieus te nemen en een poging onderneemt om evolutie aan bijbels geloof te verbinden. Na lezen van dit boek ben ik diep teleurgesteld.
De mij aangeboden poging is wartaal, biedt geen oplossingen voor de dilemma’s waar iedere christen mee zit, maar verschuift ze, weg van het bijbelverhaal, naar een zelfgefantaseerd maar even ongeloofwaardig nieuw verhaal, waarin Adam en Eva nu opgetrommeld worden als stamhoofden ergens in de mist van het verleden van vele tienduizenden jaren geleden, een punt in de tijd waar feitelijk niets meer over gezegd kan worden dan dat iemand in staat was in Europa een grotschildering te maken die nog steeds te zien is. De schepping van Adam en Eva laat Van den Brink verwateren tot het contact dat God zocht met deze twee personen. Zodoende werden ze pas ’echt mensen’. Wat dat contact concreet inhield kan hij niet zeggen. De inhoud ervan kan enkel gegeven worden met moderne academische woorden. Hun zonde van de zondeval kan Van den Brink niet op een zinnige manier uitleggen, maar moet al evenzeer gefantaseerd worden. Dat de zondigheid van de mens zich als een besmettelijke ziekte kon uitbreiden over de gehele mensheid in de gehele wereld – niet één mens uitgezonderd – gedurende alle tijden, lijkt wel op een restant magisch denken in Van den Brink, het is minder geloofwaardig dan de aloude opvatting dat de zonde overgeërfd wordt door voortplanting. Daar zat tenminste nog logica in.
Dat het proces van natuurlijke selectie – willekeur, verspilling, onverschilligheid ten aanzien van lijden, pijn en dood – lijnrecht staat tegenover een God van liefde wordt door Van den Brink niet beseft of eenvoudig genegeerd. Op de laatste bladzijde laat Van den Brink nog weten dat ”de zonde nooit veroorzaakt wordt door natuurlijke condities, ook al kunnen zulke condities er wel toe aanzetten”.
Terwijl Van den Brink zijn zelfgefantaseerde verhaal geloofwaardigheid (historiciteit) probeert te geven laat hij een exegese van de bijbelteksten achterwege. In een discussie met M-J. Paul hoort men hem zeggen dat het boek anders tweemaal zo dik was geworden. Moet dat een argument voorstellen om het achterwege te laten?

Dat klinkt in de oren als zou de schrijver van Marcus opmerken dat hij de verschijningsverhalen van de opgestane Jezus maar wegliet omdat het verhaal anders te lang geworden zou zijn.
Wanneer ik daarenboven nog hoor dat dit boek het resultaat was van wel zo’n 15 jaar overdenken van de kwestie evolutie en christelijk geloof, kan moeilijk de conclusie vermeden worden dat dit boek juist exact het omgekeerde doet van wat de bedoeling was. Van den Brink heeft een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de euthanasie van het christelijk geloof. Hij maakt het voor iedereen met wat wetenschappelijke scholing en kennis (uitgezonderd hemzelf) duidelijk wat Charles Hodges in 1874 al wist:
What is Darwinism? It is atheism.
Het ergste in deze trieste tijd van fake news producers is misschien nog wel dat Van den Brink de lezer het omgekeerde wil voorhouden, alsof hij niet maar het christelijk geloof gered heeft, maar zelfs gezorgd heeft voor een versterking ervan! Voordat hij aankomt met zijn nieuwe theologische inzichten houdt hij op bladzijde 141 de lezer dit voor:
Van den Brink schreef:
Het is in elk geval nodig dat we zo precies mogelijk in kaart brengen welke gevolgen acceptatie van de evolutietheorie heeft voor onze theologische overtuigingen. Veel christenen passen begrijpelijkerwijs Lukas 14:28 toe: voordat we ervoor kiezen om de evolutietheorie te aanvaarden, moeten we eerst maar eens gaan zitten ’om de kosten te berekenen’. Dat is precies wat we in de volgende hoofdstukken willen doen. Zou daarbij ook kunnen blijken dat we uiteindelijk op winst mogen rekenen in plaats van op verlies?
De laatste zin doet mijn haren wederom ten berge rijzen. Hoe kan hier een hoogleraar aan het woord zijn? Het lijkt meer op de manier waarop Kelly-Anne Conway Trump verdedigt: met ’alternative facts’.
Jammergenoeg bestaat de literatuurlijst die Van den Brink de lezer aanbiedt voor het merendeel uit Amerikaanse boeken. De link die ik hier leg is niet bedoeld als een argument, maar als een zaak waaraan men eenvoudig niet ontkomt in onze tijd te moeten overdenken: het christendom wordt in onze tijd enkel nog verdedigd door het Amerikaanse evangelische christendom. En het valt me meer en meer op dat in die kringen een diepe correlatie bestaat tussen con-men/fake news/hypocrisy en christelijk geloof.
Wat ik wel nog overhoud is de prachtige kaft van het boek. Als alle woorden weggelaten zouden worden als volkomen overbodige ballast, zou het wat mij betreft een fotoprijs mogen krijgen. Het lijkt wel alsof de glimmende aarde op het mos van het Finse bos is gelegd waar ik iedere dag het voorrecht heb om in rond te lopen. Als je daar maar lang genoeg in eenzaamheid rondloopt verdampen al die malle gedachten ontstaan in de woestijn. Tervetuloa Suomeen, Gijsbert!


